BENEENS IN DE PRIJZEN MET DEKENIJ-PROJECT

BENEENS IN DE PRIJZEN MET DEKENIJ-PROJECT.JPG

Wie het schoentje past…

Schoenwinkel Pedico in de Nieuwstraat is u waarschijnlijk bekend. U bent er vast al binnengewandeld voor een nieuwe handtas of een elegant paar schoeisel aan uw voeten. Maar is het bijzonder architecturale aspect van het pand u al opgevallen? Het gebouw is laatst bekroond met een Schrijnwerk Award. Bouw- en interieurbedrijf Beneens uit Olen, die het volledige project realiseerde, mocht de prijs in ontvangst nemen. Hoog tijd om ons te laten gidsen in de oude Dekenij. We spraken af met Joeri Beneens, technische directeur van Beneens Jozef en Zonen en Luc Beneens, directeur van dochterbedrijf Alucon Beneens.

Oud skelet

Joeri Beneens neemt ons eerst op sleeptouw naar de buitenkant van het 400 jaar oude pand. Hij maakt ons meteen duidelijk dat het geen sinecure is om een te beschermen monument in ere te herstellen. “Reeds in de ruwbouwfase betrof het een grondige verbouwing,” aldus Joeri Beneens. “We moesten veel behouden. Originele materialen behielden we waar mogelijk of restaureerden we grondig: de trap, de vloeren, de gevel- en balkenstructuur en drie rondbogen in de inkomhal.” Luc Beneens vult aan: “We maakten de ramen volgens de oude principes en het oorspronkelijke uiterlijk van het pand, met integratie van moderne technieken en comfort op vlak van o.a. geluid en isolatie. Heb je de gedetailleerde boogramen in het OPZ al gezien? Ook die namen wij voor onze rekening volgens hetzelfde principe.” We bewonderen verder de zware, houten voordeur die het bouwbedrijf kon bewaren door ze van heel wat lagen verf te strippen. Tussen de bollen van de dekenij (zie artikel Nieuwsblad van Geel dd) siert ze nu de gerestaureerde gevel. Verder werd de bestaande dakstructuur behouden, geïsoleerd en nadien bedekt met natuurleien. Eens binnen in de winkel wordt de omvang van het project pas echt duidelijk. “De Dekenij stond lange tijd leeg en de ramen open, zodat duiven jarenlang hun goesting deden in de vertrekken,  met alle gevolgen van dien,” zegt Luc Beneens. “Bij elke laag oude pleister en asbestplaat die we van de muren pelden, doken we dieper in de geschiedenis van het gebouw.” De transformatie van de Dekenij stond in functie van een nieuwe, commerciële functie. Bij een winkel komen nu eenmaal andere vereisten kijken als bij een particuliere woning. Bouwheer Yves Mertens en zijn dochter Line, die de privéwoning boven de winkel bewoont, wensten uiteraard een zo aangenaam mogelijke winkelervaring voor hun klanten. Beneens verzoende de bestaande historische structuur met functionaliteit. Joeri Beneens: “Het blijft altijd maar de vraag wat we zullen aantreffen bij een renovatie van deze orde. Het oude metselwerk was bijvoorbeeld in minder goede staat, terwijl we de houten vloerlagen, na enige oplapwerken, goed konden restaureren.” Als we opkijken, aanschouwen we het plafond van eeuwenoude houten balken. Op onze vraag of ze niet toevallig op archeologische vondsten stootten, antwoordt Joeri: “Neen en maar goed ook. Tijdens onze renovatie van het kasteel van Hocht in Lanaken troffen we een oud skelet onder de vloer aan! Dat is even schrikken. Een archeologisch team kwam het skelet ophalen, maar de werken liggen bijgevolg een tijdje stil.”

Ecologische nieuwbouw

We wandelen verder met de heren de winkel in, langs een tweede ingang. Het vele glas contrasteert met waar we daarnet stonden. Hoewel het nieuwe gedeelte een modernere en meer strakke sfeer uitstraalt, sluit het tegelijk naadloos aan bij het historische pand: dezelfde materialen en afwerkingsgraad. Joeri Beneens: “Het project is in principe in twee fasen gerealiseerd. Een eerste fase betrof het plaatse van een betonnen kelder achter de dekenij waarop de hele nieuwbouw kwam te rusten. Tegelijk pakten we de transformatie van de dekenij aan. Pas in een tweede fase bouwden we de nieuwbouw achter de Dekenij op.” De Gentse architecten Robbrecht en Daem tekenden de winkelruimte van 1.150 vierkante meter in samenwerking met architecten Murmuur uit Ronse. Deze laatsten stonden tevens in voor de opvolging van de verbouwingswerken van het gehele pand. De nieuwbouw voldoet aan de EPB-regelgeving, is energiezuinig, maakt gebruik van een warmtepomp met een captatienet en heeft een groendak van net geen 740 vierkante meter. De Olense aannemer isoleerde de houten skeletwanden met cellulosevlokken. Midden achteraan zorgt een enorme patio van de verdieping onder het gelijkvloers tot de twee etages erboven voor een natuurlijke lichtinval in het gehele pand. Beneens trachtte alles zo duurzaam mogelijk aan te pakken, volgens de filosofie van het bedrijf. Joeri: “Al het afval dat we verzamelen, sorteren we reeds op de werf. Onze firma heeft een eigen containerpark met 32 verschillende afvalstromen. Met onze vrachtwagens brengen we de materialen terug naar de fabrieken van oorsprong. Ook zetten we sterk in op energiebesparende maatregelen in onze ateliers: we plaatsten overal ledverlichting en nieuwe afzuiging op de machines. Wij handelen uit buikgevoel, omdat wij kleine kinderen hebben en dat belangrijk vinden voor hun toekomst.” “Wij spelen hierin een voortrekkersrol naar andere bedrijven toe,” gaat Luc Beneens verder. “We moeten hier eerlijk in zijn; wij bekijken duurzaamheid ook vanuit een commerciële overweging, omdat we weten dat het vandaag bij onze klanten leeft.”

Geen blokhut

Waar we ook kijken, hout is overal aanwezig: het plafond, de kasten. Vooral de hoekige, houten dakconstructie springt onmiddellijk in het oog. Luc Beneens: “De volledige nieuwbouw voerden we uit in massief hout. Het hout is dus niet enkel zichtbaar aanwezig, maar ook onderhuids. De draagstructuur bestaat uit gelamelleerde draagbalken, massieve houten spanten en dakplaten van wel twintig centimeter dik.” “De dakconstructie is een redelijk nieuw product op de Belgische markt,” verklaart Joeri. “CLT of Cross Laminated Timber is een typisch Oostenrijks product en bestaat uit dikke, massieve houten platen. Het brengt massa in het gebouw en de onderkant is ineens afgewerkt met dennenhout. We moesten dat materiaal reeds tijdens de ruwbouwfase in productie nemen en op maat laten maken. Wat maakt dat we in de ruwbouw weinig tolerantie hadden. Dat was misschien wel het moeilijkste onderdeel van het hele project.” De buitenzijde van het nieuwe gedeelte kreeg eveneens een afwerking van hout, meer bepaald ThermoWood latten van diverse breedtes die grijs geolied werden. De interieurfirma monteerde al de houten kasten op de drie verdiepingen van de winkel ter plaatse als bouwpakketjes.  Joeri Beneens: “Ik weet niet hoeveel hout we uiteindelijk gebruikten, maar het werd met enkele opleggers tegelijk aangeleverd!” Luc Beneens geeft toe dat hij aanvankelijk ervoor vreesde dat het resultaat op een blokhut zou gaan gelijken. Het uniforme resultaat blijkt echter licht en ruimtelijk tegelijk, mede door de witte olie die ze op al het zichtbare hout aanbrachten. De winkel oogt stijlvol, modern en sober. Bijna drie kilometer ledverlichting in de etalagekasten houdt het accent op de winkelwaar.

Alle hout is nog geen timmerhout

Dat bouw- en interieurbedrijf Beneens talent heeft op vlak van schrijnwerk bewijst de bekroning die ze voor deze realisatie ontvingen. In november loofde het vakblad Schrijnwerk hen de eerste prijs en een Schrijnwerk Award uit voor hun vakmanschap. Joeri Beneens is zichtbaar blij: “Het is reeds de vierde keer dat we winnen! Wij realiseren projecten die moeilijker en groter zijn, omdat wij kunnen inzetten op techniek en vakmanschap.” Luc Beneens viel met zijn firma Beneens Alucon eveneens in de prijzen. Het vakblad Schrijnwerk loofde de markante toonzaal van de deuren- en trappenfabrikant D’hondt in Geel. In de categorie aluminium schrijnwerk eindigde Alucon op de tweede plaats. “Dit is toch wel een speciaal project”, aldus Luc Beneens. “Voor de eerste keer in België werden hier de Reynaers combinatieprofielen met hout en aluminium toegepast. Een houten gevel met houten raamprofielen aan de buitenzijde en aluminium aan de binnenkant. Hier in Pedico pasten we hetzelfde systeem toe, maar dan omgekeerd. De jury kijkt naar de technische moeilijkheidsgraad en de hoge mate van afwerking. Ik ben dus erg blij met de prijs. Wij zijn echter al drie jaar op een rij tweede en ik wil graag een keer voor de eerste plaats gaan. ( lacht)”

Betrokkenheid

De winkel van Pedico is misschien een van de grootste projecten van de familie Beneens tot nu toe. Of er nog speciale projecten zijn die ze nog zouden willen doen? “Wij hebben van niks schrik!” lacht Joeri. “ Als ze aan ons komen vragen om een kerk te renoveren, dan doe ik dat ook en met veel plezier!” “Wij kunnen de lat heel hoog leggen,” zegt Luc. “Beneens is één grote familie. Wij werken met veel goede mensen die deze knappe realisaties mogelijk maken; vakmensen die al heel lang voor ons werken. Een van de ploegbazen is 54 jaar en werkt sinds zijn 18e bij ons.” Joeri Beneens: “Wij hebben net twintig werknemers voorgedragen bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid. Zij kennen eretekens toe voor de waardering voor uitstekend uitgevoerde professionele activiteiten. Er werken nu zo’n 136 mensen bij ons en wij zij heel trots dat zij lang bij ons blijven werken.” De betrokkenheid van Beneens draagt verder dan Olen. In het luik van maatschappelijk verantwoord ondernemen zetten ze een partnership op met Cunina. Zo sponseren ze een kleine schrijnwerkerij in Zuid-Afrika. Of hoe eenvoudig grote en kleine beslissingen tegelijk succesvol kunnen maken. “Wat Pedico betreft, dicht bij huis zo’n project mee mogen realiseren, het gebeurt niet elke dag!” aldus de heren Beneens.

Bron: Nieuwsblad Van Geel 16 januari 2015

Auteur: Bieke Lemmens 

Lees het artikel hier

Hans Verboven